Bij deze eerste stap in de leerlijn Verspringen staat het ontwikkelen van coördinatie, ritme en kracht centraal. De atleet leert om op één been af te zetten en weer te landen, waarbij de beweging dynamisch en vloeiend wordt uitgevoerd.
Doel van de oefening
- Bewustwording van het afzetbeen en landingsbeen
- Verbeteren van balans en stabiliteit tijdens het springen
- Ontwikkelen van een ritmische afzet die later in het verspringen essentieel is
Uitvoering
- Start in een rustige looppas
- Maak per pas een kleine, gecontroleerde sprong op één been
- Land zacht op hetzelfde been en ga direct door naar de volgende sprong
- Houd de romp rechtop en de armen actief mee in de beweging
Coachingspunten
- Focus op een licht en ritmisch contact met de grond
- Land op de bal van de voet en rol gecontroleerd af
- Zorg dat de knie van het vrije been actief mee omhoog beweegt
- Kijk naar voren, niet naar de grond
Didactische tip
Begin met korte afstanden en een beperkt aantal sprongen, en bouw dit langzaam op. Richt je in deze fase vooral op de techniek en niet op de afstand of hoogte van de sprongen.


.png)
.png)
.jpg)
.png)
.png)




.png)
.png)